dinsdag, juli 02, 2002

Tennant Creek


26 Juni 2002
Vandaag voor de eerste maal (jawel!) een korte broek aan getrokken! En zelfs zonnebrand gesmeerd. We zijn nu aan gekomen in Tennant Creek, zo'n 500 km ten noorden van Alice Springs. In Alice zijn we de afgelopen week geweest nadat we de Ayers Rock beklommen hadden. Erg indruk wekkend zo'n gigantische rots zo midden in de dessert. In Alice Springs hebben we gezocht naar werk maar helaas zonder resultaat. Nu proberen we het hier. We hebben zo meteen een afspraak in een groot Motel dus wie weet...


Ayers Rock

De Ayers Rock ligt in een nationaal park, erg toeristische trekpleister en dus moet er geld aan verdiend worden. De entree voor het park was A$16. Het kaartje is wel 3 dagen geldig. Gelukkig hadden we er 2 gekregen op de camping, van backpakkers die al geweest waren. De toch wel pittige klim is het meer dan waard. Boven op de berg heb je een kolossaal uitzicht over de verder vlakke woestijn. Tinus en ik zochten beiden een rustig plekje op, even helemaal alleen neerkijkend op de wereld waarop je leeft.
Een constant 'King of the world' gevoel overheerst.
Na zo'n tijdloos moment besef je na een tijdje dat je op tijd omlaag moet om van een afstandje die veelbesproken zonsondergang te zien. Bovendien is het hierna pikkedonker op de berg wat me erg gevaarlijk lijkt met al die steile afgronden en spelonken. Dus gauw Tinus opgezocht en terug naar benee. Het viel ons op dat er op heel de berg werkelijk geen levende ziel meer rondliep. Ja hoor wie zijn er weer als laatste! Als 2 ouwe nichten rende, ons af en toe vastgrijpend aaneen koord dat langs de steile bergwand bevestigt rende we de berg af. Moet er erg maf uitgezien op al die ellenlange vakantievideo's van 100den toeristen die onder aan de berg hun camera's op ons gericht hadden.
Knieën licht gebogen, bovenlichaam sterk naar achter gebogen, armen slapjes naar voren en in snel tempo de berg af.


cooper peddy


Na een paar uurtjes besloten we maar te overnachten in een klein mijnwerkers stadje. De meeste huizen en gebouwtjes zijn hier (deels) ondergronds. En de rest zou prima dienst kunnen doen in een Lucky Luke film. De campings waren al gesloten, dus dan maar op de parkeerplaats. Erg op ons gemak voelde we ons daar niet. Dronken jongeren reden rondjes om ons heen met gare opgevoerde pick-ups. Morgen weer een lange rit, met onze messen binnen handbereik (al is het maar voor het gevoel) toch maar eventjes de oogjes dicht.

's Ochtends was ik al weer vroeg op. Zoals iedere dag in de outback was dit ook weer een zonnige strak blauwe dag. Na genoeg getankt te hebben, op naar Alice Springs! Zo'n 250 KM voor Alice Springs kwamen we bij de afslag Ayers Rock 200KM. Aangezien we deze berg zeker wilde bezoeken, namen we deze afslag. De avond viel en zo'n 80 KM voor de Ayers Rock ontdekte we een gratis camping: 'Mount Conner'. Ideaal. Bij deze camping was een restaurant, bar, shop en kamelen range.
Uiteindelijk zijn we hier 3 dagen blijven staan. 's Middags kwamen de plaatselijk cowboys ook nog eens hout brengen voor een kamp vuur. Naast ons stond een gezellig Duits backpakkers stelletje. Langharige Ralph en knappe Jasmine. Ralph is muzikant en verdient zijn geld als gitarist/zanger in een band waarvan me de naam even ontschoten is. Dus dat betekent 's avond kampvuur en gitaar muziek. Tinus en ik op onze bongo's waar de rest van de camping 's avonds laat niet heel erg over te spreken was. Het leuke van muziek maken rond een kampvuur is dat er zich steeds meer mensen rond verzamelen. Een grote kring, belicht door een rode gloed, starend in een knetterend vuur, luisterend naar mooi gitaarspel onder een deken van honderden sterren.

Na 2 nachten camping besloten we maar eens die rode berg te beklimmen, zo'n 80 KM verderop, The Ayers Rock. Onderweg hier naartoe stopten we nog even bij een rest area. Hier hadden 2 backpakkers van de camping hun auto achter gelaten. Deze had het begeven. Voor vertrek had ik de auto sleutels gevraagd en gezegd dat ik wel even zou kijken. Na even zoeken vonden we hem. Zo'n 500 m van de highway in de woestijn in het struikgewas. Met verfbussen was de auto beklad, dienende als afscheidsritueel. 'This is the end' stond er met grote gekleurde letters op de motorkap. Na wat pompende bewegingen met het gas pedaal, kreeg ik de auto zonder al teveel moeite gestart. Prima wagentje, alleen jammer van die verf. Na even 'not yet' op de motorkap erbij gespoten te hebben, door naar the Rock. De auto zouden we op de terug weg oppikken en bij haar eigenaren terug bezorgen.


Rijden in het donker


Na een onvergetelijk prachtige zonsondergang reden we in het donker. Erg gevaarlijk met al die suïcidale kangoeroes hier. Zodoende heb ik hier tot 2 keer toe een konijntje doodgereden. Met doodsangst in zijn ogen een tevergeefse vluchtpoging een doffe bonk een zacht uiteenspattend geluidje voelde we de konijnen botjes onder onze wielen verbrijzeld worden. Als wreed hard lomp menswezen houd je je maar vast aan de gedachte 'Maar goed dat het geen kangoeroe was, anders was de auto beschadigd'.



Geen opmerkingen: