maandag, juli 15, 2002

'Don't drink and drive!'

Een vreemd stil sfeertje hing er in de overvolle wachtruimte. Een soort stilte na de storm. Mensen keken serieus alsof ze hun daden aan het overdenken waren. Een forse Aboriginal man zat onzeker voor zich uit te staren. Een puber zat schuldig schamend naast z'n moeder. Een man in pak deed moeite zijn zenuwen, die door grote zweetplekken onder z'n oksels verraden werden, in bedwang te houden. Een klein mannetje met veel te lange haren in de nek zat onrustig te ijsberen. En naast mij zat Tinus, relaxed observerend om zich heen te kijken.

De avond was weer eens een zeer geslaagde geworden. In een gezellige grote pub hadden Martijn en ik genoten van de live jamsessies en het goedkope bier. Het werd weer tijd om onze Falcon op te zoeken die geparkeerd staat op een groot parkeer terrein midden in de 'partytown' Cairns. Aangezien dat de temperatuur hier overdag zo rond de 27C schommelt, besloot Martijn om de auto eventjes een paar meter verderop, in de schaduw, onder een boom neer te zetten. Zo zouden we de volgende ochtend tenminste nog even onze kater kunnen wegslapen voordat we de auto uitgebrand worden. Strak in het vak, handrem erop en lekker maffen. Dachten we. Vanuit het niets werd er een felle spot op onze beschonken knarretjes gericht. Ja hoor, daar waren ze al, onze vrienden in het blauw. Of Martijn eventjes wilde blazen. (heb je een keus?) Een luide piep en een brommend 'ai, ai' bevestigde ons bange vermoeden. Kom jij maar eens eventjes mee naar het bureau. Ik bleef alleen achter in de auto en merkte dat ik in slaap was gevallen toen Tinus me ander half uur later wekte. Het apparaat op het bureau had een promillage van 0.98 gemeten. Dat was voldoende om zich de volgende dag te moeten melden bij de rechter.


De grote deuren van 'court 3' voor ons gingen open. Alle mensen in de wachtruimte stonden op en gingen naar binnen. Wij, nog in de veronderstelling dat Martijn gewoon eventjes een handtekening zou moeten zetten ergens in een klein kantoortje, er maar achteraan. Een heuse rechtszaal met houten banken in verschillende opstellingen. Een politieman zei dat je je hand op moest steken als je naam genoemd werd. Toen vroeg hij iedereen te gaan staan. Een klein deurtje voor in de zaal ging open en een grote dikke man in een zwart gewaad met witte boord kwam binnen. Hij nam plaats op de enige leren zetel op een verhoging voor in de zaal. De eerste 'kandidaat' werd naar voren geroepen.

Een huisvader, brave vijftiger, had een promillage van 1.36 nadat hij van een feestje naar huis gereden was. Dit was volgens de man de eerste keer in 30 jaar tijd. Dit werkte gunstig voor hem want hij kreeg 'maar' 500 dollar boete en 4 maanden rij-ontzegging.

Na twee en een half uur dergelijke vonnissen aangehoord te hebben was Martijn aan de beurt. Na 'yes,yes,no' geantwoord te hebben op vragen als 'heb je de aanklacht begrepen?, vind je dat je schuldig bent? en wil je een advocaat?' , kreeg Martijn z'n vonnis te horen.
380 dollar boete en 3 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid. En omdat Martijn geen werk heeft kreeg hij 4 maanden om dit te betalen. En toen werd de vraag gesteld waarbij het een voordeel is backpacker te zijn. "Wat is je adres?" "Euh... Trent street something?, gotta ask my friend." Martijn wilde het adres opgeven van het hostel waar ook onze auto geregistreerd staat. Heel slim, een klein hostelletje ergens aan de andere kant van Australië. Ik pakte de auto papieren en gaf de rechter het adres. Argwanend schreef hij dit over.
Een minuut later stonden we weer buiten. Ziezo, daar zijn we goed vanaf gekomen. Geen adres waar ze ons kunnen vinden en geen notitie in het rijbewijs. Nu maar hopen dat ze straks bij het vliegveld niet moeilijk gaan doen. Volgens verschillende backpackers die we hebben gesproken wordt je hier alleen gecheckt op bekeuringen als je Australië weer in wilt en niet als je eruit gaat.

Maar desalniettemin was het op het moment toch niet zo'n heel prettige ervaring. En wat we al wisten toch nog eens geleerd:

' Don't drink and drive!'


Geen opmerkingen: